Skip to main content

Vwo: algemene informatie

Hier lees je informatie over de vwo-afdeling op onze school. Verder vind je links naar speciale onderwerpen, zoals: het gymnasium, technasium, loopbaanbegeleiding, het PTA en de keuzegids vwo.

Vwo-onderbouw (klas 2-3): brede, algemene vorming

Na de brugklas

Na de brugklas zijn er veel mogelijkheden. Als je bent toegelaten tot het vwo kun je kiezen uit vier richtingen: het atheneum, het technasium, het gymnasium of een combinatie van technasium & gymnasium. In elke richting volg je een groot aantal vakken waarmee je een brede algemene vorming krijgt. Op het technasium volg je bovendien het vak Onderzoeken & Ontwerpen en op het gymnasium de talen Grieks en Latijn en klassieke culturele vorming. Kijk verder bij de lessentabel voor een volledig vakken- en urenoverzicht.

In de onderbouw krijg je de kans om te ontdekken of het vwo ook echt iets voor jou is. We vragen immers best wel wat van je: je moet aan veel vakken aandacht besteden en dus makkelijk kunnen schakelen. Ook krijg je regelmatig huiswerk.

Coach

Je hebt in principe in de 2e en 3e klas dezelfde coach.  Je coach leert je zo goed kennen en helpt je als je ergens mee vastloopt. Samen en in overleg met je ouders bekijk je dan waar je het beste ondersteuning in kunt krijgen.

Doorstroom

In de 3e klas helpt je coach je ook bij het maken van een keuze voor de bovenbouw. Zij doen dat door met jou te praten over wat je leuk vindt, waar je goed in bent en of je al ideeën hebt voor je vervolgopleiding. Daarnaast werk je met de Profielkeuzemethode Qompas: a.d.h.v. allerlei testjes en opdrachten zoek je uit welk profiel er bij jou past. Ook komt de decaan in de les om dingen uit te leggen en vragen te beantwoorden. In januari maak je je keuze, voorafgaand daaraan krijg je ook adviezen van docenten en voorlichting over vakken die je nog niet kent omdat ze nieuw zijn in de bovenbouw.

In vwo 4 volg je een stroom, de M stroom of de N stroom of de Combi-stroom: je kiest dus nog geen profiel in vwo 3, maar wel een richting. Hieronder vindt je informatie over de stromen, de vakken en de profielen die je uiteindelijk kunt kiezen

Om naar een volgende klas door te kunnen gebruiken we deze bevorderingsnormen.

Soms gebeurt het dat een leerling nog eens een jaar over doet, daar is dan een speciale reden voor. In dat geval bekijken we vaak of doorstroom naar een havo-klas een betere optie is.

Zij-instromers

Informatie over instromen vanuit een andere school is hier te vinden.

Vwo-bovenbouw (klas 4-6): voorbereiding op universitaire studie

In de bovenbouw van het vwo bereiden we je voor op een vervolgstudie aan een hogeschool of universiteit. Aan het einde van de 3e klas heb je gekozen welke stroom je in de 4e klas wilt volgen: de maatschappij-, de combi- of de natuurstroom.

Na de 4e klas kies je een profiel: cultuur & maatschappij, economie & maatschappij, natuur & gezondheid of natuur & techniek. Door het handig kiezen van bepaalde vakken is het zelfs mogelijk om een dubbelprofiel te volgen. Dit kan je kansen op het volgen van een vervolgopleiding vergroten. Je volgt in principe negen vakken, maar vaak is het mogelijk om nog een extra vak(ken) te kiezen.

In de Brochure LOB MHV kun je zien welke profiel- en vakkenkeuzemogelijkheden er zijn. In de folder Vakken bovenbouw havo/vwo vind je een omschrijving van de vakken.

Je hebt in de 5e en 6e klas veelal dezelfde coach zodat deze je goed leert kennen en je kan adviseren in de keuze voor een vervolgopleiding. Jullie werken aan de hand van ‘dromen – durven – doen’ en zo stippel je een pad uit om erachter te komen wat je na de middelbare school wil doen. Natuurlijk worden er ook activiteiten georganiseerd door de decaan die studiekeuze gerelateerd zijn. Je kan ook hulp vragen bij je mentor mocht je ergens in vastlopen. Samen en in overleg met je ouders bekijk je dan waar je het beste hulp in kunt krijgen.

Je krijgt vier keer per jaar een rapport. Hierop staan alle cijfers van alle vakken die je in een periode hebt behaald. Alle toetsen, de mate waarin de cijfers meetellen en de overgangsnormen staan beschreven in het programma van toetsing en afsluiting, het PTA.